Sans préjudice de l'article 184, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle, il y aura au moins un délai de dix jours, sans augmentation en raison de la distance, entre la citation et la comparution, à peine de nullité du jugement qui sera prononcé par défaut par le tribunal à l'égard de la partie citée).
Onverminderd de bepaling van artikel 184, derde lid, van het Wetboek van strafvordering, moet, op straffe van nietigheid van het vonnis dat door de rechtbank ten aanzien van de gedagvaarde partij bij verstek wordt uitgesproken, tussen de dagvaarding en de verschijning een termijn van ten minste tien dagen in acht worden genomen die niet kan worden verlengd wegens de afstand).