2. Chaque État membre prend les mesures nécessaires pour que les infractions visées à l'article 1er soient passibles de peines privatives de liberté, la peine maximale ne pouvant être inférieure à huit ans, lorsqu'elles ont été commises dans les circonstances suivantes:
2. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 1, wordt bestraft met een gevangenisstraf, met een maximum van niet minder dan acht jaar, wanneer het strafbare feit in een van de volgende omstandigheden is gepleegd: