22. souligne qu'aucune exception à l'interdiction absolue d
e la torture et des peines ou traitements cruels, inhumai
ns et dégradants ne peut être justifiée, et que les États sont tenus d'appliquer des mesures de lutte contre la torture et les mauvais traitements ainsi que de lutter contre l'impunité et de garantir un accès à des réparations et à des indemnisations efficaces à tout moment, même dans le cadre des menaces pour la sécurité nationale et des mesures antiterroristes; s'inquiète de
voir certains États ...[+++]confier des tâches de police parallèle à des groupes paramilitaires pour tenter d'échapper à leurs obligations internationales; souligne que l'interdiction précitée s'applique également au transfert et à l'utilisation d'informations obtenues au moyen de la torture ou susceptibles de déboucher sur la torture; rappelle que l'interdiction de la torture constitue une obligation en vertu du droit international en matière de droits de l'homme et du droit international humanitaire, et qu'elle s'applique dès lors aussi bien en temps de paix qu'en temps de guerre; 22. benadrukt
dat geen enkele uitzondering op het totale verbod op foltering en praktijken van wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing kan worden gerechtvaardigd, en dat landen de verplichting hebben waarborgen in te voeren om foltering en mishandeling te voorkomen en te zorgen voor verantwoording en toegang tot effectieve verhaal- en compensatiemogelijkheden te allen tijde, ook in de context van overwegingen van nationale veiligheid of terrorismebestrijding; is bezorgd om te zien dat bepaalde landen taken van de politie aan paramilitaire groepen overdragen om te proberen onder hun internationale verplichtingen uit t
...[+++]e komen; onderstreept dat het verbod ook van toepassing is op de overdracht en het gebruik van informatie wanneer deze wordt verkregen middels, of waarschijnlijk leidt tot foltering; herinnert eraan dat het verbod op foltering een bindende norm is uit hoofde van het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht, hetgeen inhoudt dat het zowel in vredestijd als ten tijde van oorlog van kracht is;