Conditions opératoires: gaz vecteur: hydrogène et hélium- débit du gaz vecteur: 2 ml/minute environ,- température de l'injecteur et du détecteur: 300° C,- programmation de température: 1 minute à 160° C, 4° C/minute jusqu'à 260° C, isotherme à 260° C pendant 15 minutes,- rapport de dissociation: 1 à 20 environ.
Werkomstandigheden:- draaggas: waterstof, helium,- snelheid draaggas: 2 ml per minuut,- injectietemperatuur: 300 °C,- detectortemperatuur: 300 °C,- temperatuurprogramma: 1 min bij 160 °C, van 160 °C naar 260 °C aan 4 °C/min, vervolgens 15 min bij 260 °C,- splitverhouding: 1 à 20 ongeveer