Art. 3. § 1. Les ouvriers licenciés, sauf ceux licenciés pour motif grave, qui, au moment de la fin du co
ntrat de travail et pendant la période du 1 janv
ier 2015 jusqu'au 31 décembre 2016 inclus sont âgés de 58 ans ou plus qui, au moment de la fin du contrat de travail, peuvent justifier d'un passé professionnel en tant que travailleur salarié d'au moins 35 années, qui ont exercé un métier lourd et qui obtie
nnent pendant cette période le droit ...[+++]à des indemnités de chômage légales, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé à l'article 4, à charge du fonds de sécurité d'existence.Art. 4. § 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereen
komst en tijdens de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016 58 jaar of ouder zijn en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 35 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, gewerkt hebben in een zwaar beroep en die gedurende deze periode recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4, ten laste van het fonds voor bestaan
...[+++]szekerheid.