Art. 81. § 1. Lorsque l'inspecteur général et les inspecteurs
ont des raisons de penser qu'une infraction aux principes fondamentaux de la protection des données à caractère personnel, dans le cadre de la présente loi et des lois contenant des dispositions relatives à la protection du traitement des données à caractère personnel est commise, il
s peuvent consulter tous les systèmes d'information et les données qu'ils contiennent, moyennant l'accord de la personne contrôlée ou, à défaut, une autori
sation préalable du ...[+++]juge d'instruction.
Art. 81. § 1. Wanneer de inspecteur-generaal en de inspecteurs redenen hebben om aan te nemen dat er een inbreuk op de grondbeginselen van de bescherming van de persoonsgegevens, in het kader van deze wet en van de wetten die bepalingen bevatten inzake de bescherming van de verwerking van persoonsgegevens gepleegd wordt, mogen zij elk informaticasysteem en de gegevens die zij bevatten raadplegen, mits de toestemming van de gecontroleerde of, bij gebrek daaraan, mits een voorafgaande machtiging van de onderzoeksrechter.