Lorsque le conjoint visé à l'alinéa 1 peut également prétendre
à une ou plusieurs pensions de survie, ou à tout autre
avantage en tenant lieu, au sens de l'article 10bis, la pension de survie ne peut être supérieure à la différence entre, d'une part, 130 % du montant de la pension de survie pour une carrière complète, et, d'autre part, la somme des montants des pensions de retraite, ou tout autre avantage en tenant lieu, visés à l'alinéa 1, et d'un montant égal à la pension de survie de travailleur salarié pour une carrière complète,
...[+++]multiplié par la fraction ou la somme des fractions qui expriment l'importance des pensions de survie dans les autres régimes de pension à l'exclusion du régime des travailleurs indépendants.Wanneer de in het eerste lid bedoelde echtgenoot eveneens aanspraak kan maken op één of meer overlevingspensioenen of op enig ander voordeel dat als dusdanig geldt in de zin van artikel 10bis, mag het
overlevingspensioen niet hoger liggen dan het verschil tussen, enerzijds 130 % van het bedrag van het overlevingspensioen voor een volledige loopbaan en, anderzijds, de som van
de bedragen van de rustpensioenen of van enig ander als dusdanig geldend voordeel bedoeld in het eerste lid en van een bedrag gelijk aan het overlevingspensioen v
...[+++]an een werknemer voor een volledige loopbaan, vermenigvuldigd met de breuk of met de som van de breuken die het gewicht van de overlevingspensioenen in de andere pensioenregelingen, exclusief die van de zelfstandigen, uitdrukken.