Art. 7. Les agents qui, de par l'exercice de fonctions supérieures, bénéficient de l'allocation ou d'un autre montant que celui lié à l'emploi dont ils sont titulaires, perdent le droit à l'allocation ou à ce montant lorsque leurs fonctions supérieures prennent fin sans qu'ils n'aient été promus dans l'emploi vacant.
Art. 7. De personeelsleden die uit hoofde van een hoger ambt gerechtigd zijn op de toelage of een ander bedrag dan dit verbonden aan de betrekking waarvan ze titularis zijn, verliezen het recht op de toelage of dit bedrag, indien hun hoger ambt wordt beëindigd zonder dat zij in de vacante betrekking werden bevorderd.