66. invite les États membres à mettre en place des plans nationaux pour lutter contre toutes les formes de violence contre les femmes, si tel n'est pas déjà le cas, à assurer un suivi permanent et systématique pour évaluer les progrès accomplis, à se doter des normes législatives les plus élevées pour combattre la violence des hommes à l'égard des femmes et à fournir un financement approprié afin d'aider et de protéger les victimes de violences, à des fins de prévention et de réduction de la pauvreté;
66. verzoekt de lidstaten nationale plannen te formuleren, voor zover dat nog niet gebeurd is, ter bestrijding van alle vormen van geweld tegen vrouwen, zorg te dragen voor permanente en systematische monitoring om de vooruitgang te volgen, de meest geavanceerde wetgeving ter bestrijding van geweld van mannen tegen vrouwen in te voeren en voldoende financiële middelen vrij te maken voor de ondersteuning en bescherming van slachtoffers van geweld, om armoede te helpen voorkomen en verminderen;