18. s'inquiète des difficultés rencontrées par l'Union pour ouvrir le dialogue sur les droits de l'homme et la bonne gouvernance ave
c les organisations indépendantes de la société civile et déplore le harcèlement constant dont les ONG font l'objet dans la région; demande une plus grande transparence en ce qui concerne l'attribution des financements de l'Union et des États membres pour la coopération au développement et leurs bénéficiaires, et invite les délégations de l'Union et les ambassades des États membres à soutenir les partenaires
non gouvernementaux réellement indépenda ...[+++]nts en vue de les aider à jouer un rôle efficace dans l'évolution et le renforcement de la société civile; estime que la promotion permanente par l'Union de programmes axés sur les pays d'Asie centrale constitue un outil transfrontalier important pour favoriser la compréhension et la coopération entre les États de la région; 18. neemt met bezorgdheid kennis van de moeilijkheden die de EU heeft gehad met het openen van de dialoog inzake mensenrechten en behoorlijk bestuur met onafhankelijke maatschappelijke organisaties, en van de aanhoudende intimidatie van NGO'S in de regio; dringt aan op meer transparantie bij de toewijzing van ontwikkelingssamenwerkingsgelden van de EU en de lidstaten en de ontvangers ervan, en dringt erop aan dat EU-delegaties en ambassades van lidstaten daadwerkelijk onafhankelijke niet-gouvernementele partners steunen om hen te helpen een doelmatige rol te spelen in de ontwikkeling en consolidatie van de maatschappelijke organisaties; is van oordeel dat de voo
rtdurende bevordering door de ...[+++]EU van op de Centraal-Aziatische landen gerichte programma's een belangrijk grensoverschrijdend instrument is om begrip en samenwerking tussen de landen in de regio te stimuleren;