Les États membres, conformément à leur système judiciaire, prennent les mesures nécessaires afin que, dès lor
s qu'une personne s'estime lésée par le non-respect à son égard du principe de l'égalité de traitement et établit, devant une juridiction ou une autre instance compétente, des faits qui, à moins d'être infirmés ou nuancés par d'autres
éléments probants, permettent raisonnablement de déduire l'existence d'une discrimination directe ou indirecte, il incombe à la partie défenderesse de prouver qu'il n'y a pas eu violation du princ
...[+++]ipe de l'égalité de traitement.
De lidstaten nemen, in overeenstemming met hun nationale rechtsstelsels, de nodige maatregelen om ervoor zorg te dragen dat, indien personen die zich door niet-toepassing van het beginsel van gelijke behandeling benadeeld voelen, aan de rechter of een andere bevoegde autoriteit feiten voorleggen die, tenzij zij worden weerlegd of gekwalificeerd door aanvullend bewijsmateriaal, redelijkerwijs aanleiding zijn tot het vermoeden dat er directe of indirecte discriminatie is geweest, de verweerder dient te bewijzen dat er op het beginsel van gelijke behandeling geen inbreuk is gemaakt.