Toute personne empêchée d'assister à une assemblée générale peut, avant ou après ladite assemblée, renoncer aux droits qu'elle pourrait tirer de l'absence ou d'une irrégularité de convocation.
Elke persoon die verhinderd was de algemene vergadering bij te wonen, kan, voor of na deze vergadering, verzaken aan aanspraken die zouden voortvloeien uit het ontbreken of de onregelmatigheid van de oproeping.