Les trois premiers articles de cette loi ont pour but de « permettre d'indemniser des cultivateurs appartenant à des régions déshéritées ou les plus pauvres du Luxembourg et où les dégâts sont limités à un territoire assez restreint, et également à permettre l'indemnisation des dégâts causés par [le] gros gibier » (Ann., Chambre, 8 février 1961, p. 27).
De eerste drie artikelen van die wet hebben tot doel « de vergoeding mogelijk te maken van de telers in de meest achtergestelde of armste regio's van Luxemburg waar de schade zich beperkt tot een vrij klein gebied, alsook de vergoeding mogelijk te maken van de schade aangericht door grof wild » (Hand., Kamer, 8 februari 1961, p. 27).