K. considérant que la multiplication du nombre de réunions interinstitutionnelles, de 16 000 à environ 40 000 entre 2009 et 2013 (soit une hausse de 150 %), témoigne également de l'évolution du rôle du Parlement européen, de même que les négociations constantes et les trilogues avec la Commission, le Conseil et les États membres, qui font désormais partie intégrante de la procédure législative et qui ont permis d'augmenter considérablement le nombre d'accords en première lecture, dont la proportion est passée de 28 % pendant la période 1999-2004 à 72 % pendant la période 2004-2009;
K. overwegende dat de veranderende rol van het Parlement ook blijkt uit de stijging van het aantal interinstitutionele bijeenkomsten met 150 %, van ongeveer 16 000 in 2009 tot naar schatting 40 000 in 2013, en uit de voortdurende onderhandelingen en trialogen met de Commissie, de Raad en afzonderlijke lidstaten, die nu deel uitmaken van het wetgevingsproces en die hebben geleid tot een forse stijging van het aantal akkoorden in eerste lezing, van 28 % in de periode 1999-200 tot 72 % in de periode 2004-2009;