Demande de décision préjudicielle — Cou
r constitutionnelle (Belgique) — Interprétation des art. 11, par. 1 et 13, par. 1, sous d) et g) de la directive 95/46/CE du Parlement européen et du Conseil, du 24 octobre 1995, relative
à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données (JO L 281, p. 31) ainsi que de l'art. 6, par. 3, TUE — Harmonisation complète ? — Faculté pour un État membre de prévoir une limitation ou une exception à l'obligation d'info
...[+++]rmation immédiate de la personne concernée — Portée de l'exception à cette obligation — Inclusion des activités professionnelles des détectives privés — En cas de réponse négative, compatibilité de l'art. 13 de la directive 95/46/CE avec l'art. 6, par. 3, TUE, plus précisément au regard du principe d'égalité et de non-discriminationVerzoek om een prejudiciële beslissing — Grondwettelijk Hof (België) — Uitlegging van de artikelen 11, lid 1, en 13, lid 1, sub d en g, van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherm
ing van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31) en van artikel 6, lid 3, VEU — Volledige harmonisatie? — Mogelijkheid voor een lidstaat om te voorzien in een beperking van of een uitzondering op de onmiddellijke informatieplicht van de betrokkene — Omvang van de uitzondering op deze plicht — Daaronder b
...[+++]egrepen de beroepsactiviteiten van privédetectives — Bij ontkennend antwoord, verenigbaarheid van artikel 13 van richtlijn 95/46/EG met artikel 6, lid 3, VEU, meer in het bijzonder gelet op het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie