3. À l'expiration du délai prévu à l'article 11, paragraphe 7, chaque fois qu'une personne demande à l'autorité centrale d'un État membre autre que l'État membre de nationalité des informations sur son propre casier judiciaire, l'autorité centrale de l'État membre dans lequel la demande est introduite adresse à l'autorité centrale de l'État membre de nationalité une demande d'informations extraites du casier judiciaire et d'informations connexes de façon à pouvoir faire figurer ces informations et informations connexes dans l'extrait qui sera fourni à la personne concernée.
3. Na het verstrijken van de in artikel 11, lid 7, gestelde termijn, wordt, in het geval van een verzoek dat door een betrokken persoon wordt gedaan tot het verkrijgen van hemzelf betreffende gegevens uit het strafregister en dat is ingediend bij de centrale autoriteit van een andere lidstaat dan de lidstaat van nationaliteit, door die autoriteit aan de centrale autoriteit van de lidstaat van nationaliteit een verzoek om gegevens uit het strafregister gericht, zodat deze de gegevens kan opnemen in het aan de betrokkene te verstrekken uittreksel.