Les États membres peuvent signaler les personnes recherchées pour l’arrestation aux fins d'extradition; les ressortissants de pays tiers non admissibles; les personnes disparues; les témoins ou personnes citées à comparaître devant les autorités judiciaires; les personnes et véhicules faisant l’objet d’une surveillance exceptionnelle en raison de la menace qu’ils constituent pour la sécurité publique ou nationale; les armes à feu, documents et véhicules perdus ou volés; et les billets de banque suspects.
De lidstaten kunnen signaleringen opnemen voor personen die met het oog op aanhouding voor uitlevering worden gezocht, onderdanen van derde landen die niet mogen worden toegelaten, vermiste personen, getuigen of personen die zijn gedagvaard, personen en voertuigen die onder bijzonder toezicht worden geplaatst omdat zij een bedreiging vormen voor de openbare of de nationale veiligheid, verdwenen of gestolen voertuigen, documenten en vuurwapens, en verdachte bankbiljetten.