Art. 3. Le Directeur Général de la Direction Générale de la Législation et des Libertés et Droits Fondamentaux, le Conseiller Général à la Direction II de la même direction générale, le Conseiller qui dirige le service des Tutelles, tout agent de niveau A et toute personne désignée nominativement par lui signent les pièces en mentionnant la formule : « Pour le Ministre », suivi de la mention de leur nom et fonction.
Art. 3. De directeur-generaal van het Directoraat-Generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden, de adviseur-generaal van Directie II van hetzelfde directoraat-generaal, de adviseur die de dienst Voogdij leidt, elke agent van niveau A en enig door hem op naam aangewezen persoon tekenen de stukken met de formule: "Voor de Minister," gevolgd door de vermelding van hun naam en functie.