- quant aux personnes en état d'interdiction judiciaire, de minorité prolongée ou internées par application de la loi sur les anormaux et délinquants d'habitude ainsi que les personnes mises à disposition du Gouvernement, elles sont automatiquement suspendues du droit de vote pour une durée égale à celle de l'incapacité dont elles sont frappées (art. 7, 1° et 3° du code électoral)
- de gerechtelijk onbekwaamverkaarden, de personen onder statuut van verlengde minderjarigheid of zij die geïnterneerd zijn krachtens de wet betreffende de abnormalen en gewoontemisdadigers alsook de personen die ter beschikking zijn gesteld van de regering, worden automatisch geschorst in de uitoefening van kiesrecht voor een duur die gelijk is aan de opgelegde onbekwaamheid (artikel 7, 1° en 3°, van het Kieswetboek).