Le décret prévoit, en son article 7, qu'à compter de sa promulgation, « il sera libre à toute personne de faire tel négoce ou d'exercer telle profession, art ou métier qu'elle trouvera bon ».
Artikel 7 : « Te rekenen van de afkondiging van deze wet, staat het aan eenieder vrij, naar goeddunken, elke handel te drijven of elk beroep, bedrijf of ambacht uit te oefenen » (Vertaling van de authentieke Franstalige tekst van het decreet van 2-17 maart 1791).