Le paiement du revenu d’intégration est suspendu durant la période au cours de laquelle une personne est placée, à charge des pouvoirs publics, dans un établissement de quelque nature que ce soit en exécution d’une décision judiciaire ainsi que celle au cours de laquelle une personne subit une peine privative de liberté et qui reste inscrite au rôle d’un établissement pénitentiaire (art. 23, § 3 de la loi concernant le droit à l'intégration sociale et art. 39 de l'arrêté royal portant règlement général en matière de droit à l'intégration sociale).
De betaling van het leefloon wordt opgeschort tijdens de periode waarin een persoon wordt geplaatst ten laste van de overheid, in een instelling van om het even welke aard, in uitvoering van een gerechtelijke beslissing en tijdens de periode waarin een persoon een vrijheidsstraf ondergaat en ingeschreven blijft op de rol van een strafinrichting (art. 23, par. 3 van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie en art. 39 van het koninklijk besluit houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie).