En outre, compte tenu, d'une part, de ce que le législateur a pu estimer que les diverses catég
ories de membres du personnel pour lesquelles la loi attaquée prévoit une structure spécifique de concertation sociale (greffiers, référendaires près la Cour de cassation, et référendaires et juristes de parquet près les cours et tribunaux) présentent des caractéristiques propres qui justifient qu'elles obtiennent séparément le droit de désigner des représentants qui puissent négocier et se concerter avec les autorités publiques en leur nom (Doc. parl., Sénat, 2006-2007, n° 3-2010/1, p. 7) et, d'au
tre part, du nombre ...[+++]relativement restreint de membres du personnel dans ces diverses catégories, un seuil de 25 p.c. d'affiliés cotisants n'est pas manifestement déraisonnable ».Rekening houdend, enerzijds, met het feit dat de wetgever van oordeel vermocht te zijn dat de dive
rse categorieën van personeelsleden voor wie de bestreden wet voorziet in een specifieke structuur van sociaal overleg (griffiers, referendarissen bij het Hof van Cassatie, en referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken) eigen kenmerken hebben die verantwoorden dat zij afzonderlijk het recht verkrijgen om vertegenwoordigers aan te wijzen die namens hen mogen onderhandelen en overleggen met de overheid (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-2010/1, p. 7), en,
anderzijds, met het relatief ...[+++] beperkt aantal personeelsleden in die diverse categorieën, is een drempel van 25 pct. bijdrageplichtige leden bovendien niet kennelijk onredelijk ».