1. « L'article 84, alinéa 2, du Code des droits de succession, en ce qu'il autori
se le receveur de l'enregistrement à recouvrer des droits de succession sur des immeubles appartenant à des héritiers s'étant acquitté de
leur dette fiscale personnelle, crée-t-il une discrimination entre les héritiers propriétaires d'immeubles successoraux selon que les autres héritiers de la succession ont ou non les moyens financiers de s'acquitter des droits dont ils sont redevables ou selon que ces autres héritiers sont ou non disposés à s'acquitter
...[+++]de leur propre dette d'impôt et cet article ne serait-il pas par conséquent contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution ?1. « Voert artikel 84, tweede lid, van het Wetboek der successierechten, in zoverre het de ontvanger der registratie toestaat successierechten in te vorderen op onroerende goederen die toebehoren aan
erfgenamen die hun persoonlijke belastingschuld hebben afgelost, een discriminatie in onder de erfgenamen die eigenaar zijn van onroerende erfgoederen, naargelang de andere erfgenamen al dan niet over de financiële middelen beschikken om de door hen verschuldigde rechten te betalen, of naargelang die andere erf
genamen al dan niet bereid zijn hun eigen bela ...[+++]stingschuld af te lossen, waardoor dat artikel in strijd zou zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?