6. Les interdictions visées au paragraphe 1, point b), paragraphe 2, point b) et paragraphe 3, n’entraînent, pour les personnes morales ou physiques ou les entités concernées, aucune responsabilité de quelque nature que ce soit, si elles ne savaient pas ni ne pouvaient raisonnablement savoir qu’elles violeraient ces interdictions par leurs actions.
6. De in lid 1, onder b), lid 2, onder b), en lid 3 opgenomen verbodsbepalingen geven geen aanleiding tot enige aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen of entiteiten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op die verbodsbepalingen.