Vertaling van "personnes de formation scientifique travaillent-elles actuellement " (Frans → Nederlands) :

4. Combien de personnes de formation scientifique travaillent-elles actuellement à l’INS ?
3. Hoeveel mensen met een wetenschappelijke opleiding zijn heden tewerkgesteld bij het NIS?

Combien de personnes travaillent-elles actuellement à la commission, quelles sont leurs missions et comment l'organigramme se présente-t-il pour l'année 1997 ?
Hoeveel personeelsleden zijn thans werkzaam bij de commissie, met welke taakverdeling en hoe ziet het organigram eruit voor het jaar 1997 ?

2. Combien de personnes travaillent-elles encore pour l’INS aujourd’hui et dans quelle mesure le cadre actuel du personnel correspond-il aux besoins exprimés en matière de personnel de niveau scientifique supérieur ?
2. Hoeveel mensen werken er heden nog voor het NIS en in hoeverre stemt de huidige invulling van het personeel overeen met de aangegeven behoefte naar personeel van hoger wetenschappelijk niveau?

En effet, ce n'est pas parce que des personnes suivent une formation professionnelle qu'elles ne peuvent effectuer aucun travail dans le cadre d'un lien de subordination et qu'elles doivent bénéficier d'une protection sociale pour ce travail.
Immers, het is niet omdat personen een beroepsopleiding volgen dat ze geen arbeid kunnen verrichten in ondergeschikt verband en dat ze voor die arbeid sociale bescherming moeten genieten.

Région de Bruxelles-Capitale assurance maladie directeur d'entreprise pharmacien organisme de recherche multipropriété protection des données droit pénal famille éthique profession indépendante ressortissant étranger Société nationale des chemins de fer belges Institut national d'assurance maladie-invalidité société de l'information industrie du gaz Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire CREG aéroport double occupation incompatibilité migration illégale personnel navigant protection maternelle et infantile recherche médicale courrier électronique répartition du travail statut social tutelle coût de la santé aide de l'État allocation complémentaire jeune travailleur réunion au sommet transparence administrative Société fédérale de Participations signature électronique administration électronique aide au reclassement Conseil européen établissement d'utilité publique handicapé indexation des prix location immobilière ouvrier apprentissage professionnel prestation familiale protection contre le bruit réinsertion professionnelle personnel de la recherche traitement des données commerce extérieur déduction fiscale impôt exceptionnel augmentation de capital charte sociale européenne Protocole de Kyoto personnel contractuel Loterie nationale Caisse des soins de santé de la SNCB établissements scientifiques et culturels fédéraux police locale Brussels Airport Company durée du travail impôt impôt sur les revenus de capitaux incapacité de travail ménage pollution acoustique profession artistique industrie électrique séquestration de personnes équipement informatique libéralisation du marché flotte marchande journal officiel pauvreté délégation de pouvoir budget social sans-abri Conseil national du travail Belgocontrol Direction générale Statistique et Information économique (DGSIE) Office de sécurité sociale d'outre-mer Internet réduction des émissions de gaz expulsion d'un logement pharmacie fossé numérique contrat de travail coût salarial impôt sur les soc ...
Hoofdstedelijk Gewest Brussels ziekteverzekering ondernemingsdirecteur apotheker onderzoeksorganisme periode-eigendom gegevensbescherming strafrecht gezin ethiek zelfstandig beroep buitenlandse staatsburger Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering informatiemaatschappij gasindustrie Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen CREG luchthaven dubbel beroep onverenigbaarheid illegale migratie varend en vliegend personeel bescherming van moeder en kind medische research elektronische post arbeidsverdeling maatschappelijke positie voogdijschap kosten voor gezondheidszorg overheidssteun aanvullende uitkering jeugdige werknemer topconferentie openbaarheid van het bestuur Federale Participatiemaatschappij elektronische handtekening elektronische overheid steun voor herplaatsing Europese Raad instelling van openbaar nut gehandicapte prijsindexering verhuur van onroerend goed arbeider assistentschap gezinsuitkering bescherming tegen geluidshinder herintreding onderzoeker gegevensverwerking buitenlandse handel belastingaftrek buitengewone belasting kapitaalvermeerdering Europees Sociaal Handvest Protocol van Kyoto personeel op contractbasis Nationale Loterij Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS federale wetenschappelijke en culturele instellingen gemeentepolitie Brussels Airport Company arbeidsduur belasting belasting op inkomsten uit kapitaal arbeidsongeschiktheid huishouden akoestische vervuiling beroep in de kunst elektrische industrie vrijheidsberoving gegevensverwerkende installatie marktliberalisatie koopvaardijvloot Staatscourant armoede delegatie van bevoegdheid sociale begroting dakloze Nationale Arbeidsraad Belgocontrol Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) Dienst voor de overzeese sociale zekerheid internet vermindering van gasemissie uitzetting uit een woning apotheek digitale kloof arbeidscontract loonkosten vennootschapsbelasting fiscale controle vakbon ...

3. met l'accent sur le besoin d'investir dans des systèmes efficaces d'orientation scolaire et professionnelle encourageant les jeunes femmes à choisir une filière scientifique, le métier d'ingénieur ou un enseignement technique supérieur en milieu universitaire ou autre; fait observer qu'il convient d'accorder une attention particulière à intégrer tant les compétences en matière de TIC que la culture numérique et les aptitudes de communication dans les politiques de formation professionnelle et d'apprentissage tout au long de la vie mises en œuvre par les États membres, d'encourager les femmes à en tirer parti et d'élargir ainsi leurs possibilités de formation pour qu'elles puissent se donner les moyens de s'adapter aux mutations du marché du travail durant leur carrière et d'augmenter leur représentation dans des secteurs stratégiques pour l'évolution à venir; estime qu'il est indispensable de lutter contre les stéréotypes de genre dans l'éducation;
3. benadrukt dat geïnvesteerd moet worden in effectieve systemen van studie- en beroepskeuzevoorlichting om te bevorderen dat jonge vrouwen kiezen voor een hogere, al dan niet wetenschappelijke technische opleiding; stelt vast dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan het opnemen van ICT-competenties, digitale geletterdheid en communicatievaardigheden in de beleidsmaatregelen inzake het beroepsonderwijs en een leven lang leren van de EU-lidstaten, dat vrouwen moeten worden gestimuleerd om hiervan te profiteren en dat de opleidingsmogelijkheden voor vrouwen moeten worden uitgebreid zodat zij zich gedurende hun loopbaan aan de veranderingen op de arbeidsmarkt kunnen aanpassen en aldus hun aanwezigheid in sectoren die voor de toekomstige ontwikkeling van strategisch belang zijn, kunnen vergroten; acht het noodzakelijk genderstereotypen in het onderwijs te bestrijden;

Tandis que le chômage des jeunes est à l'heure actuelle un grave problème dans le monde entier qui doit être abordé de front, il faut se rappeler que la mobilité représente davantage qu'une simple entrée sur le marché du travail. Elle est également très importante pour la formation non formelle, qui à son tour, permet de développer des aptitudes et des compétences clés chez les jeunes.
Werkloosheid onder jongeren is weliswaar een ernstig probleem in de wereld dat onverwijld moet worden aangepakt, maar er mag niet vergeten worden dat mobiliteit over meer gaat dan enkel het betreden van de arbeidsmarkt; mobiliteit is namelijk ook buitengewoon belangrijk voor het niet-formeel onderwijs, dat weer helpt om bij jonge mensen belangrijke competenties en vaardigheden tot ontwikkeling te brengen.

58. déclare que, sans des politiques publiques supplémentaires proposant des aides spécifiques à l'apprentissage, les systèmes actuels d'éducation et de formation ne suffisent pas pour éviter le taux élevé de décrochage scolaire des personnes handicapées, puisque le chiffre lié à l'objectif de la stratégie Europe 2020 représente une réduction de moins de 10 %; souligne que cette situation conduit à une inégalité sociale considérable et à une non moins grande inégalité des personnes handicapées face à l'emploi, ainsi qu'à la pauvreté qui en résulte, en particulier dans le cadre de la crise économique actuelle; souligne, compte tenu du taux élevé de décrochage scolaire des personnes handicapées, et à la lumière des conclusions du Conseil du 11 mai 2010 sur la dimension sociale de l'éducation et de la formation, qu'il est nécessaire d'investir dans des programmes d'éducation (y compris alternative) et de formation (professionnelle) efficaces et adaptés aux besoins, aux caractéristiques et aux capacités des personnes handicapées, et de les promouvoir; constate que cela requiert la présence de ressources humaines suffisantes, qualifiées et motivées, dotées de programmes raisonnables et adaptés, ainsi que la mise à disposition de ces programmes dans les programmes de tous les établissements d'éducation et de formation professionnelles et dans les établissements d'enseignement supérieur, y compris dans des programmes extrascolaires destinés aux personnes handicapées, afin de lutter contre les comportements négatifs envers les enfants handicapés et de permettre à ceux-ci d'obtenir des qualifications adaptées au marché du travail moderne et ouvert; demande aux États membres et à la Commission de faire en sorte que les personnes handicapées puissent avoir un meilleur accès aux informations sur les programmes de mobilité et d'éducation existants ainsi qu'un accès égal aux programmes d'apprentissage tout au long de la vie; constate, en l'occurrence, qu'il est nécessaire de ...
58. verklaart dat de huidige onderwijs- en opleidingssystemen niet voldoen om het hoge uitvalpercentage van mensen met een handicap te voorkomen zonder extra beleidsmaatregelen van de overheid die voorzien in specifieke leerondersteuning, aangezien in verband met de doelstelling van de EU-2020-strategie een vermindering van het uitvalpercentage tot minder dan 10% wordt genoemd; benadrukt dat dit leidt tot een sterk benadeelde positie, maatschappelijk en op de arbeidsmarkt, met armoede als gevolg voor mensen met een handicap, vooral in de huidige economische crisis; wijst, gezien de hoge schooluitval onder mensen met een handicap, en in het licht van de conclusies van de Raad van 11 mei 2010 over de sociale dimensie van onderwijs en opleiding, op de noodzaak om te investeren in en te werken aan de bevordering van (alternatieve) onderwijs- en (beroepsmatige) opleidingsprogramma's die zijn aangepast aan de behoeften, kenmerken en capaciteiten van mensen met een handicap, en merkt op dat dit betekent dat er voldoende gekwalificeerde en gemotiveerde leerkrachten beschikbaar moeten zijn met degelijke en adequate programma's, alsook dat deze programma's beschikbaar moeten zijn in de curricula van alle hogere instellingen voor beroepsonderwijs en –opleiding en hoger onderwijs, en ook in programma's buiten het curriculum voor mensen met een handicap, om de negatieve houding ten aanzien van kinderen met een handicap te bestrijden en ervoor te zorgen dat zij adequate kwalificaties kunnen verwerven voor de moderne en open arbeidsmarkt; dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan mensen met een handicap in staat te stellen betere toegang te hebben tot informatie over bestaande mobiliteits- en onderwijsprogramma's alsook gelijke toegang tot programma's voor levenslang leren; merkt op dat tegelijk moet worden gezorgd voor mainstreaming van anti-discriminatie in de EU-2020-strategie en de kerninitiatieven, om te voldoen aan artikel 24 van het VN-Verdrag;

Si l’UE ne s’est jamais perçue, à l’instar des États-Unis ou du Canada, comme une région d’immigration destinée à être peuplée par des personnes offrant un potentiel de travail, elle accueille toutefois actuellement infiniment plus de personnes que les «pays d’immigration classiques».
De EU heeft zichzelf nooit gezien als immigratiegebied in de zin waarin Amerika en Canada landen voor kolonisatie door werkkrachten waren, hoewel momenteel meer mensen in de EU immigreren dan in de zogenoemde klassieke immigratielanden.