18. demande que les candidats à des mandats soient des personnes possédant un savoir-faire reconnu et une expérience en matière de droits de l'homme, et qui soient indépendantes, impartiales, intègres et objectives, tout en démontrant une connaissance notable du système des procédures spéciales;
18. vraagt dat als mandaathouders personen worden benoemd met erkende deskundigheid op het gebied van mensenrechten, relevante ervaring, onafhankelijkheid, onpartijdigheid, persoonlijke integriteit en objectiviteit, alsmede een grondige kennis van het systeem van de speciale procedures;