(11) Le droit des personnes morales à la présomption d'innocence devrait être protégé par les garanties législatives existantes et la jurisprudence actuelle, dont l'évolution devrait permettre de déterminer l'opportunité d'agir au niveau de l'Union.
(11) De bescherming van het recht van rechtspersonen om voor onschuldig te worden gehouden, dient te worden gegarandeerd door de bestaande wettelijke waarborgen en jurisprudentie, waarvan de evolutie in de toekomst moet bepalen of het nodig is om EU-maatregelen te overwegen.