La moyenne en 2002 de l'UE est de 8,4 % (ce qui signifie que, sur une période d'un mois, 8,4 % de personnes auront pris part à des activités d'éducation et de formation), contre une moyenne de 19,6 % pour les trois États membres les plus performants (Royaume-Uni, Finlande et Danemark).
In 2002 bedroeg het gemiddelde van de EU 8,4% (wat betekent dat over een periode van een maand 8,4% van de personen hebben deelgenomen aan onderwijs- en opleidingsactiviteiten) tegenover een gemiddelde van 19,6% voor de drie lidstaten met de beste prestaties (Verenigd Koninkrijk, Finland en Denemarken).