Dans son mémoire justificatif, le requérant expose tout d'abord que le règlement identique des communes, prescrit par l'article 8 de la loi spéciale du 13 juillet 2001, serait de nature à l'affecter directement et défavorablement, dès lors que « le régime sera donc le même qu'il s'agisse d'Anvers ou de Kraainem; que les organes de communes à statut spécial perdront donc leur spécificité; que ces organes sont composés de personnes physiques, notamment francophones ».
In zijn memorie met verantwoording betoogt de verzoeker in de eerste plaats dat de bij artikel 8 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 voorgeschreven identieke regeling van de gemeenten hem rechtstreeks en ongunstig zou kunnen raken, aangezien « de regeling dus dezelfde zal zijn of nu het gaat om Antwerpen of om Kraainem; de organen van gemeenten met een speciaal statuut dus hun specifiek karakter zullen verliezen; die organen uit natuurlijke personen, met name Franstaligen, zijn samengesteld ».