104. La décision de concevoir un enfant, de commencer une grossesse, de la mener à son terme, de garder l'enfant né, de le céder à d'autres personnes anticipativement à la naissance, et, de manière générale, de participer à toutes les décisions envisageables dans le cadre de la procréation médicalement assistée et de la gestation pour autrui, intéressent au premier chef la femme appelée à mener la grossesse, mais elle concerne aussi la personne qui partage la vie du commanditaire ou de la mère porteuse.
104. De beslissing om een kind te verwekken, een zwangerschap aan te vatten, ze uit te doen, het geboren kind te houden, het vóór de geboorte af te staan aan andere personen en, in het algemeen, deel te nemen aan alle denkbare beslissingen in het kader van de medisch begeleide voortplanting en het draagmoederschap, belangt in de eerste plaats de vrouw aan die de zwangerschap moet uitdoen, maar ze gaat ook de persoon aan die het leven deelt van de wensouder of van de draagmoeder.