51. fait observer que le taux de participation des
femmes au marché du travail demeure particulièrement bas - inférieur à 25 % -, qu'il est très faible par rapport au taux moyen de 49 % observé dans l'Union des Vingt-sept et qu'il accuse une baisse de 20 %, et qu'il y a là décalage par rapport à la part croissante de femmes dans le secteur informel, ce qui résulte souvent de la combinaison de la faible instruction de beaucoup de femmes, du manque d'infrastructures – institutionnalisées, généralisées, accessibles et à prix abordable – d'accue
il des enfants, des personnes âgées et ...[+++]des parents handicapés et de la division du travail selon le sexe dans la société; 51. merkt op dat de participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt uitzonderlijk laag blijft (minder dan 25%) en zeer laag is in vergelijking met de gemiddelde participatiegraad van vrouwen in de EU-27 van 49%, en dat het percentage werkende vrouwen is gedaald tot circa 20%, in tegenstelling tot de stijging van de participatie van vrou
wen in de informele sector, die vaak het gevolg is van een combinatie van het lage onderwijsniveau van veel vrouwen, het ontbreken van een geïnstitutionaliseerd, geografisch gespreid, toegankelijk en betaalbaar syste
em van faciliteiten voor opvang va ...[+++]n kinderen, ouderen en gehandicapte familieleden, en ten slotte de op gender gebaseerde arbeidsverdeling in de samenleving;