35. constate que l'excédent de la balance courante de la Chine s'est réduit, passant de 3,1% du PIB en 2003 à 1,1% du PIB en 2004, notamment par une augmentation rapide des importations chinoises; constate que la Chine est devenue le deuxième partenaire commercial de l'Union eu
ropéenne et que les perspectives d'exportations européennes vers ce grand marché restent prometteuses; estime que la Chine connaîtra également des limites à sa croissance, car le nécessaire freinage de la croissance démographique intervenu produ
ira au plus tard en ...[+++]2015 un inversement de la pyramide des âges;
35. stelt vast dat het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans van China is gedaald van 3,1 % BIP in 2003 tot 1,1 % BIP in 2004, met name door een snelle toename van de Chinese import; stelt vast dat China de tweede handelspartner van de Europese Unie is geworden en dat de exportvooruitzichten van Europa naar deze grote markt nog altijd veelbelovend zijn; denkt dat de groei in China ook zijn grenzen zal kennen, want de noodzakelijke afremming van de demografische groei zal op zijn laatst in 2015 leiden tot een omkering van de leeftijdspyramide;