À l'instar du violeur qui s'imagine persuader son thérapeute « qu'elle était consentante » et l'avoir violée « pour son bien », le ministre de la Justice s'imagine persuader l'abuseur que le traitement est demandé par lui et est fait « pour son bien ».
Juist zoals de verkrachter die de illusie heeft dat hij zijn therapeut ervan kan overtuigen « dat zij ermee instemde » en dat hij haar verkracht heeft « voor haar eigen bestwil », maakt de minister van de Justitie zich illusies dat hij de seksuele delinquent ervan kan overtuigen dat deze om de behandeling verzocht heeft en dat de behandeling « voor zijn eigen bestwil » is.