Les États membres prennent les mesures nécessaires pour ériger en infraction pénale punissable le fait de provoquer une perturbation grave ou une interruption du fonctionnement d'un système d'information, en introduisant, transmettant, endommageant, effaçant, détériorant, altérant, supprimant ou rendant inaccessibles des données informatiques lorsque l'acte est commis de manière intentionnelle et sans droit, au moins dans les cas où les faits ne sont pas sans gravité.
De lidstaten treffen de nodige maatregelen om het ernstig hinderen of het onderbreken van de werking van een informatiesysteem, door de invoer, de transmissie, het beschadigen, wissen, verminken, wijzigen, onderdrukken of ontoegankelijk maken van computergegevens, indien dat opzettelijk en op onrechtmatige wijze geschiedt, strafbaar te stellen, althans voor gevallen die niet onbeduidend zijn.