Étant donné la capacité du petit coléoptère des ruches et de l’acarien Tropilaelaps à proliférer, la zone à soumettre à des restrictions, en cas de découverte d’un foyer d’infestation, doit s’étendre sur au moins 100 kilomètres autour des locaux infestés.
Aangezien de kleine bijenkastkever en de tropilaelapsmijt zich snel kunnen verspreiden, moet bij een uitbraak van deze plagen een gebied van ten minste 100 km rond de besmette gebouwen worden ingesteld, waar beperkingen gelden.