Le Roi peut interdire, partiellement ou entièrement, l'exploitation de services de télécommunications quand ces services rendent difficile ou impossible l'identification de l'appelant, le repérage, la localisation, les écoutes, la prise de connaissance et l'enregistrement des télécommunications privées aux conditions prévues par les articles 46bis, 88bis et 90ter à 90decies du Code d'instruction criminelle.
De Koning kan het aanbieden van telecommunicatiediensten geheel of gedeeltelijk verbieden wanneer deze diensten de identificatie van de oproeper, het opsporen, lokaliseren, afluisteren, kennisnemen en opnemen van privé-telecommunicatie onder de voorwaarden bepaald door de artikelen 46bis, 88bis en 90ter tot 90decies van het Wetboek van Strafvordering, bemoeilijken of onmogelijk maken.