« Art. 31. § 1 . Lorsque le
conjoint survivant peut prétendre, d'une part, à une pension de survie en vertu du régime de pension des travailleurs indépendants et, d'a
utre part, à une ou plusieurs pensions de retraite, ou à des avantages en tenant lieu, en vertu du régime de pension des travailleurs indépendants ou d'un ou plusieurs autres régimes de pension, au sens de l'article 19, la pension de survie ne peut être supérieure à la différence entre 130 % de la pension de survie pour une carrière complète, définie à l'alinéa 4, et le
...[+++]montant des pensions de retraite, ou des avantages en tenant lieu, auxquels le conjoint survivant peut prétendre.« Art. 31. § 1. Wanneer de
langstlevende echtgenoot aanspraak kan maken op een overlevingspensioen op grond van de pensioenregeling voor zelfstandigen enerzijds en op één of meer rustpensioenen of op als dusdanig geldende voordelen op grond van de pensioenregeling voor zelfstandigen of op een of meer andere pensioenregelingen als bedoeld in artikel 19 anderzijds, mag het overlevingspensioen niet hoger liggen dan het verschil tussen 130 % van het overlevingspensioen voor de bij het vierde lid bepaalde volledige loopbaan en het bedrag van de rustpensioenen of van de als dusdanig geldende voordelen waarop de langstlevende echtgenoot aansp
...[+++]raak kan maken.