Bien que l'obligation de motiver les arrêts et les ordonnances de non-admission est déjà prévue dans les lois coordonnées sur le Conseil d'Etat (articles 20, § 3, alinéa 3 et 28, alinéa 1), cette disposition a pour but d'établir clairement la distinction entre la motivation des ordonnances de non admission, qui doit obligatoirement être succincte, et la motivation des arrêts, qui peut, mais ne doit pas nécessairement, être succincte.
Hoewel de verplichting om de arresten en de beschikkingen van niet-toelaatbaarheid te motiveren reeds vervat is in de gecoördineerde wetten op de Raad van State (artikelen 20, § 3, derde lid, en 28, eerste lid), heeft deze bepaling tot doel een duidelijk onderscheid te maken tussen de motivering van de beschikkingen van niet-toelaatbaarheid, welke motivering beknopt dient te zijn, en de motivering van de arresten, welke motivering beknopt kan zijn maar niet noodzakelijk beknopt hoeft te zijn.