1. Au cours de la période de transition visée à l'article 10 de la directive, lorsque le bénéficiaire effectif est résident de Montserrat et l'agent payeur est établi dans le Royaume de Belgique, le Royaume de Belgique prélève une retenue à la source sur les paiements d'intérêts de 15 % pendant les trois premières années de la période de transition, de 20 % pendant les trois années suivantes et de 35 % par la suite.
(1) Indien de uiteindelijk gerechtigde van de rente woonachtig is in Montserrat en de uitbetalende instantie in het Koninkrijk België is gevestigd, heft het Koninkrijk België gedurende de in artikel 10 van de richtlijn bedoelde overgangsperiode bronbelasting, gedurende de eerste drie jaar van de overgangsperiode tegen een tarief van 15 %, gedurende de volgende drie jaar tegen een tarief van 20 %, en daarna tegen een tarief van 35 %.