Le délai de trois ans, fixé par le législateur, peut également être considéré comme raisonnable d'autant que, en application de l'article 60, alinéa 3, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, la force majeure peut être invoquée pour conserver le bénéfice de la réduction acquise.
De door de wetgever vastgestelde termijn van drie jaar kan tevens als redelijk worden beschouwd temeer omdat met toepassing van artikel 60, derde lid, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten overmacht kan worden aangevoerd om het voordeel van de verkregen verlaging te behouden.