Sans préjudice du respect de l'article R.214, § 1 , sur une année et pour toute la superficie agricole déclarée de l'exploitation selon son affectation en terre arable ou en prairie, les apports d'azote organique ne peuvent dépasser une moyenne de 115 kg par hectare de terre arable et une moyenne de 230 kg par hectare de prairie, restitutions au sol par les animaux au pâturage comprises.
Onverminderd de naleving van artikel R.214, § 1, mag de aanbreng van organische stikstof over één jaar en voor de gehele aangegeven landbouwoppervlakte van het bedrijf al naar gelang van zijn bestemming als akker- of weideland niet hoger zijn dan het gemiddelde van 115 kg per hectare akkerland, noch dan het gemiddelde van 230 kg per hectare weideland, met inbegrip van de teruggave aan de bodem door het vee dat zich op de weide bevindt.