ET 50 peuvent évoquer verbalement et systématiquement les faits historiques traités (en relation avec la méthode telle que décrite dans `apprendre à apprendre') ET 51 peuvent ressentir le caractère dramatique et épique de l'histoire (voir également `apprendre à apprendre', formation artistique : théâtre, récitation, dessin, peinture) ET 52 peuvent représenter le temps de manière spatiale.
WO 50 kunnen de behandelde historische feiten op systematische wijze verwoorden (in samenhang met de methode zoals die aangegeven wordt in leren leren) WO 51 kunnen zich inleven in het dramatisch-epische karakter van de geschiedenis (zie ook leren leren, muzische vorming: toneel, recitatie, tekenen, schilderen) WO 52 kunnen tijd ruimtelijk voorstellen.