(5) Les institutions communautaires peuvent juger opportun d'abroger ou de modifier des mesures prises dans le cadre du règlement (CE) n° 384/96 ou (CE) n° 2026/97, y compris des mesures qui n'ont pas fait l'objet d'une procédure de règlement de différend dans le cadre du mémorandum d'accord, ou d'adopter toute autre mesure particulière, afin de tenir compte des interprétations juridiques présentées dans un rapport adopté par l'ORD.
(5) De instellingen van de Gemeenschap kunnen het dienstig achten bepaalde andere maatregelen in te trekken, te wijzigen of vast te stellen die verband houden met maatregelen die zijn genomen op basis van Verordening (EG) nr. 384/96 of Verordening (EG) nr. 2026/97, met inbegrip van maatregelen die niet het voorwerp hebben gevormd van een geschillenbeslechtingsprocedure in het kader van het genoemde memorandum, ten einde rekening te houden met interpretaties van de wetgeving in een door het orgaan voor geschillenbeslechting opgesteld rapport.