Lorsque nous avons accordé, au début des années 90, le droit de vote aux élections locales et européennes aux citoyens des États membres, à condition qu’ils résident dans le pays concerné, cet exercice était basé sur la réciprocité: un Portugais peut voter au Luxembourg et je peux voter au Portugal dans les mêmes conditions.
Toen we de burgers van de lidstaten aan het begin van de negentiger jaren stemrecht verleenden bij de plaatselijke en de Europese verkiezingen, op voorwaarde dat zij in het betreffende land verblijven, was de uitoefening van dat recht gebaseerd op wederkerigheid: een Portugees kan in Luxemburg stemmen en ik kan in Portugal onder dezelfde voorwaarden stemmen.