66. souligne qu'il importe d'accorder une attention particu
lière aux jeunes et insiste sur la nécessité de renforcer les effets de synergie entre l'initiative «Jeunesse en mouvement» et le programme PEV; insiste sur le fait que l'Union européenne devrait accroître la coopération dans le domaine de l'enseignement universitaire et de la formation professionnelle, en élargissant immédiatement les programmes de bourses et en accroissant leur nombre, et en renforçant la mobilité des étudiants, des diplômés, des enseignants et des chercheurs par la promotion d'échanges entre établissements d'enseignement supérieur et de formation, conjointeme
...[+++]nt avec des partenariats public-privé dans le domaine de la recherche et de l'entreprise; juge indispensable la définition de procédures assouplies et accélérées de délivrance de visas pour les bénéficiaires de ces programmes; insiste sur le besoin de faire avancer les travaux concernant la reconnaissance mutuelle des qualifications et des systèmes d'éducation avec les pays partenaires de la PEV, notamment pour ce qui est de rapprocher leurs diplômes et normes de l'enseignement supérieur de ceux de l'espace européen de l'enseignement supérieur; souligne qu'il est essentiel d'adopter une politique d'information structurée à destination des citoyens des pays partenaires de la PEV pour leur indiquer qu'il leur est possible de participer à des programmes de l'Union européenne; 66. benadrukt de noodzaak om speciale aandacht te
besteden aan de jongeren en onderstreept dat uitgebreidere synergieën tussen „Jeugd in beweging” en het Europees nabuurschapsbeleid noodzakelijk zijn; beklemtoont dat de EU de samenwerking op het vlak van hoger onderwijs en beroepsopleiding moet vergroten en per direct moet zorgen voor verdieping en uitbreiding van studiebeursregelingen en voor een grotere mobiliteit van studenten, afgestudeerden, leerkrachten en academici, door uitwisselingen tussen instellingen voor hoger onderwijs en beroepsopleiding, alsook publiek-private partnerschappen op het gebied van onderzoek en ondernemingen
...[+++]te bevorderen; acht het noodzakelijk om de procedures voor de verlening van een visum aan de begunstigden van deze programma's te versoepelen en te versnellen; wijst erop dat het belangrijk is het werk aan wederzijdse erkenning van kwalificaties en onderwijssystemen met ENB-partnerlanden te versnellen en in het bijzonder op het vlak van de aanpassing van hogeronderwijsdiploma's en normen aan de Europese ruimte voor hoger onderwijs; onderstreept het grote belang van een structureel voorlichtingsbeleid ten opzichte van burgers van de partnerlanden van het ENB met betrekking tot de mogelijkheid van deelname aan de EU-programma's;