39. regrette l'approche asymétrique adoptée en matière de mobilité et de visa à l'égard des voisins de l'Est et du Sud; défend, sur le plan de la mobilité, la simplification des procédures de délivrance des visas pour les pays relevant du volet méridional de la PEV, notamment pour les étudiants, les chercheurs et les agents d'affaires, et l'adoption d'un partenariat euro-méditerranéen pour la mobilité; souligne le rôle important que certains
pays relevant de la PEV peuvent jouer dans la gestion des flux migratoires; souligne que la coopération concernant la gestion des flux migratoires doit respecter intégralement les valeurs et les o
...[+++]bligations juridiques internationales de l'Union européenne; insiste sur le fait que des accords de réadmission avec les pays partenaires ne peuvent être envisagés que pour les immigrés en situation irrégulière, excluant ainsi ceux qui se sont déclarés demandeurs d'asile, réfugiés ou personnes nécessitant une protection, et confirme que le principe de non-refoulement s'applique à toute personne qui est sous la menace de la peine de mort, de traitements inhumains ou d'actes de torture; appelle de ses vœux une coopération renforcée pour mettre fin à la traite des êtres humains et demande que soit améliorée la situation des travailleurs migrants, tant dans l'Union européenne que dans les pays du volet méridional de la PEV; 39. betreurt de asymmetrische benadering van de EU ten aanzien van haar oostelijke en zuidelijke buurlanden op het vlak van mobiliteit en visumbeleid; is wat mobiliteit betreft voorstander van vereenvoudiging van de visumprocedures voor landen van de zuidelijke nabuurschap − in het bijzonder voor studenten, onderzoekers en zakenmensen − en van de ontwikkeling van een Euromediterraan partnerschap voor mobiliteit; onderstreept de belangrijke rol die sommige ENB-landen kunnen spelen bij het beheren van de migratiestromen; onderstreept dat samenwerking bij het beheer van migratiestromen volledig in overeenstemming moet zijn met de waarden van de EU en internationale wettelijke verplichtingen; dringt erop aan terugnameovereenkomsten met part
...[+++]nerlanden alleen te overwegen voor niet-reguliere immigranten, dus met uitzondering van personen die verklaren asielzoekers, vluchtelingen of beschermingbehoevend te zijn, en herhaalt dat het beginsel van „non-refoulement” geldt voor alle personen die het risico lopen aan de doodstraf, onmenselijke behandeling of foltering te worden onderworpen; dringt aan op nauwere samenwerking om een halt roe te roepen aan de mensenhandel en op verbetering van de omstandigheden waaronder arbeidsmigranten zowel in de EU, als de landen van het zuidelijke nabuurschap leven;