À ce propos, l’avocat général estime que l’argument de PFDC selon lequel l’interdiction serait justifiée par des raisons de santé publique, puisque l’usage correct de ses produits rendrait nécessaire l’avis d’un pharmacien, paraît objectivement non fondé.
De advocaat-generaal is in dit opzicht van oordeel dat PFDC’s stelling dat het verbod gerechtvaardigd is om redenen die verband houden met de volksgezondheid, omdat voor het juiste gebruik van de producten voorlichting door een apotheker noodzakelijk is, objectief ongegrond lijkt te zijn.