Rien, dans le rapport au Roi, ne justifie que les entreprises pharmaceutiques soient traitées différemment des autres catégories de personnes visées à l'article 191, 19° et 20°, de la loi du 14 juillet 1994.
In het verslag aan de Koning verantwoordt niets dat de farmaceutische bedrijven anders zouden worden behandeld dan de andere categorieën van personen die zijn bedoeld in artikel 191, 19° en 20°, van de wet van 14 juli 1994.