Sur cette base, le Service de pilotage calcule quand le navire doit être pourvu d'un pilote ; 8° navire roro : navire destiné au transport de cargaisons chargées et déchargées par roulage, affecté à cet usage et agréé comme tel par le service de pilotage flamand ; 9° tirant d'eau d'été : enfoncement maximal d'un navire à charge égale (tirant d'eau étrave/étambot identique) pendant l'été en eau douce suivant la « International Convention Load Lines 1966 ».
Op basis daarvan berekent het Loodswezen wanneer het schip beloodst moet worden; 8° roroschip: een vaartuig dat vracht vervoert die van en aan boord wordt gereden, dat als dusdanig wordt ingezet en dat door de Vlaamse loodsdienst is erkend; 9° zomerdiepgang: de maximale inzinking van het gelijklastige vaartuig waarbij de voor- en achterdiepgang identiek zijn in de zomer in zoet water volgens de "International Convention Load Lines 1966".