(2) Les États parties au présent accord à la date de son entrée en vigueur et les États qui en seront devenus parties avant le 31 décembre suivant, supporteront ensemble la totalité des dépenses prévues par les arrangements budgétaires que le Conseil pourra adopter conformément au paragraphe (1) du présent Article.
(2) De Staten die partij zijn bij deze Overeenkomst op de datum van inwerkingtreding ervan en de Staten welke er partij bij zijn geworden vóór de 31e december die daarop volgt, dragen gezamenlijk alle uitgaven waarin de budgettaire regelingen voorzien, die de Raad kan goedkeuren conform paragraaf 1 van dit Artikel.